Wat is inburgering van merken?
Een merk moet aan enkele eisen voldoen om te kunnen worden geregistreerd. Een daarvan is deugdelijkheid en een onderdeel van deugdelijkheid is onderscheidend vermogen. Als dat vermogen mist, dan wordt een merk geweigerd en kan het niet worden ingeschreven.
Hierop is een duidelijke uitzondering: inburgering van een merk. De basis voor inburgeren van merken is te vinden in artikel 6 QuinQuies C lid 1 UvP.
Wat zijn de voorwaarden voor inburgeren van een merk?
Als je kijkt naar de Benelux, dan moet inburgering in principe op het gehele grondgebied worden aangetoond, tenzij het merk alleen onderscheidend vermogen mist in één taalgebied. Dan moet voor (een aanzienlijk deel van) dat taalgebied inburgeren van het merk worden aangetoond.
Als het gaat om de Nederlandse taal, dan kan worden gesteld dat Nederland een aanzienlijk gedeelte van het grondgebied binnen de Benelux is, maar dan moet het merk wel ingeburgerd zijn bij het gehele Nederlandse publiek.
Inburgering aantonen in alle drie de lidstaten Nederland, België en Luxemburg is dus niet per se nodig.
Hoe kun je inburgering van jouw merk aantonen?
Als je een niet-onderscheidend merk wilt beschermen, zul je moeten aantonen dat het is ingeburgerd. Van inburgering moet sprake zijn op het moment van het depot en daarmee:
- onderscheidend geworden
- doordat het specifieke teken op zich
- als merk is ingeburgerd
- met betrekking tot de opgeeiste producten en diensten
- in de relevante markten
In het Chiemsee-arrest is bepaald dat het gaat om hele strenge eisen en dat inburgering niet zonder meer wordt aangenomen. Daarom zul je onder andere de wijze van gebruik moeten aantonen, maar ook:
- marktaandeel
- omzet
- intensiteit gebruik
- geografische spreiding
- duur van gebruik
- hoogte van reclamekosten
- percentage van betrokken kringen dat de waar of dienst op basis van het merk identificeert
- verklaringen Kamer van Koophandel
Bovenstaande moet telkens worden aangetoond voor het relevante territorium. Bij een EU-registratie moet je bijvoorbeeld inburgering aantonen in alle lidstaten. Maar er zijn uitzonderingen op. Zo werd in de Malibu-zaak bepaald dat inburgering kan uitstralen naar andere lidstaten en daarom was de bewijstlast hier gefocust op het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
Overigens is het ook toegestaan om marktonderzoek te doen en dit mee te nemen als bewijs.